13/10/2021
Is de rechterlijke macht in Nederland minder legitiem en democratisch dan in omringende landen? Ja.
Is de rechterlijke macht in Nederland minder legitiem en democratisch dan in omringende landen? Ja.
- A.Nederland is behalve de Oekraïne het enige land in Europa dat geen lekenrechtspraak kent.
- B.Uitvoerende macht heeft flinke vinger in de pap bij benoeming rechters en raadsheren. Ontslag en schorsing van rechters in Nederland gebaseerd op open normen.
- C.Een Constitioneel hof ontbreekt in Nederland. Toetsing aan Grondwet is onmogelijk. Toetsing alleen aan verdragen waardoor soevereiniteit wordt overgedragen. Andere landen hebben wel een Constitutioneel hof. Ieder van deze hoven gaat vermoedelijk uit van het primaat van eigen nationaal recht.
- D.Het Openbaar ministerie kan beïnvloed worden door de uitvoerende macht. Raad van state is een rechtsprekende instantie die bevoegdheden heeft om het wetgevingsproces te beïnvloeden.
Onderbouwing:
De democratie als bestuursvorm
Een democratie is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Een van de kenmerken van een democratische rechtstaat is een scheiding tussen de drie machten (Trias politica). De staat is opgedeeld is in drie organen die elkaars functioneren bewaken.[i] De gebruikelijke verdeling kent een wetgevende macht die wetten opstelt, een uitvoerende macht die het dagelijks bestuur van de staat uitoefent volgens de geldige wet en een rechterlijke macht die deze uitvoering toetst aan de wet.[ii]
Bij iedere macht blijft het fundament de (direct of indirect[iii]) wil van het volk. Ter bescherming van de burger moet de rechterlijke macht onafhankelijk zijn van de uitvoerende- en wetgevende macht. Het optreden van de rechterlijke macht behoort altijd in het belang van de soevereine burgers, haar legitieme bron, te zijn. Met het toepassen van “uitbesteed recht”[iv] dient de rechterlijke macht daarom zeer prudent om te gaan.
Omdat rechters in Nederland voor het leven benoemd worden kan het gebeuren dat de rechter vervreemd van het volk. Zijn of haar uitspraken zijn dan niet meer begrijpelijk voor het volk.[v] Dat gebeurt regelmatig. Dat onbegrip bestaat ook bij hen die rechten hebben gestudeerd.
- A.Geen lekenrechtspraak in Nederland
Nederland is behalve de Oekraïne het enige land in Europa dat geen lekenrechtspraak kent. Deze omissie heeft invloed op de legitimiteit van de rechtspraak in Nederland. De rechtsprekende macht kan door lekenrechtspraak beter gecontroleerd worden. Waarom niet een systeem zoals ze in Duitsland kennen invoeren van 3 rechters en 2 leken rechters? Andere varianten zijn natuurlijk ook mogelijk.In Nederland sluit echter art. 116 van de Grondwet invoering van juryrechtspraak uit waardoor deze vorm van leken controle over rechters in Nederland ontbreekt. Dat is bedenkelijk omdat rechters voor het leven worden benoemd. - Afpakken (raadgevend) referendum
Het afpakken van het (raadgevend) referendum is een ernstige uitholling van de democratie in Nederland. Het overdragen van bevoegdheden via verdragen is ook een (ernstige) uitholling van de democratie. De partijen die de regering steunen treden meestal niet controlerend op en keuren te gemakkelijk verdragen goed (overdacht van soevereiniteit). Het uitoefenen van stemrecht in een evenredig verkiezing stelsel[vi] zorgt voor talrijke (onvoorzienbare)compromissen. In hoeverre heeft Nederland nog een democratie als bestuursvorm? In de compromissen herkent geen enkele kiezer zich wellicht meer.
Conclusie: lekenrechtspraak bevordert de legitimiteit van de rechterlijke macht.
- B.Gewone rechters/ raadsheren. Knellende hiërarchische banden
De Raad voor de rechtspraak kiest via de selectiecommissie (LSR) de rechters/raadsheren die door de regering benoemd worden[vii]. De Raad is samengesteld uit drie tot vijf leden. Op dit moment bestaat de Raad uit vier leden, waarvan twee afkomstig uit de rechterlijke macht en twee niet-rechterlijke leden (ambtenaren afkomstig van een ministerie = uitvoerende macht). - De invloed van de Raad voor de rechtspraak op de benoeming van de gerechtsbesturen is onverantwoord groot volgens de rechters.
De Raad voor de rechtspraak fungeert als een soort raad van bestuur van een groot bedrijf, waarbij de gerechtsbesturen als directiedivisies opereren. Het gerechtsbestuur maakt bovendien de aanbeveling op voor rechters benoemingen door de regering (art. 5c Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren).
De LSR bestaat voor de helft uit mensen uit diverse hoeken van de maatschappij en voor de helft uit rechters. Het lid moet geruime tijd werkzaam zijn binnen de zittende magistratuur dan wel heeft als extern lid een goed zicht op de Rechtspraak en het rechterlijk ambt. De Raad voor de rechtspraak is zich bewust van het belang van diversiteit. Echter tussen toepassing en werkelijkheid schort veel. Op 2 juni 2020 werden 9 nieuwe leden benoemd voor de LSR. Slechts 2 leden waren afkomstig buiten de rechterlijke macht of advocatuur. (Raad van Commissaris accountantskantoor en van de Nationale ombudsman.)
De LSR selecteert de kandidaten voor de functie van rechter/raadsheer (in opleiding) of raadsheer- of rechter-plaatsvervanger. De doelgroep (zie cursief benoemingsvereiste) waaruit de leden van het LSR gekozen worden beschikken vaak over dezelfde mentale matrijzen. Er is (feitelijk) een gebrek aan diversiteit. De mentale mattrijs van de groep is een beeld welke de visie van de leden van de LSR op de (rechts)wereld begrenst en vervormt. Hun mentale modellen bepalen wat de leden zien en hoe ze het interpreteren. Dus ook wie ze wel of wie we niet benoemen. - Conclusie:
De LSR daadwerkelijk samenstellen met andere doelgroepen. En het advies waarop de inrichting is gebaseerd volledig openbaar maken. Lekenrechtspraak brengt verlichting in de knellende hiërarchische banden.
- Hoge Raad
Op dit moment stuurt de president van de Hoge Raad bij een vacature in de Hoge Raad een lijstje van zes personen naar de Tweede Kamer. De Tweede Kamer moet drie personen voordragen maar hoeft zich daarbij niet te houden aan het lijstje van de president van de Hoge Raad[viii]. De regering is gebonden aan de voordracht van de 2de kamer maar niet aan de volgorde. De ministerraad moet instemmen met de voordracht.
Voorgestelde wijziging: Met het instellen van de voordrachtscommissie wordt de benoeming gedepolitiseerd. De commissie gaat bestaan uit drie personen waarvan de eerste persoon door de Tweede Kamer wordt aangewezen. De tweede persoon is een door de Hoge Raad aangewezen lid van diezelfde Raad (Dus weer een vorm van niet democratische coöptatie) De derde persoon is een door de Tweede Kamer en de president van de Hoge Raad gezamenlijk aangewezen persoon (De niet democratische coöptatie wordt hier zelfs versterkt). Deze derde persoon mag niet een lid van de Eerste of Tweede Kamer, of rechter zijn.
De wijziging betekend dat niet langer uitsluitend de Tweede Kamer verantwoordelijk zal zijn voor de voordracht van kandidaten als nieuw lid van de Hoge Raad. De volksvertegenwoordiging die namens de burgers optreedt wordt verder buiten spel gezet. De democratie is verder uitgehold. Het door Frans Timmermans genoemde pijler van de democratie (zie voetnoot hieronder over Polen) is aangetast door betonrot.
Ontslag en schorsing van rechters
Rechters kunnen door de Hoge Raad worden geschorst of ontslagen. Aan een rechter kan ook een disciplinaire maatregel worden opgelegd, bijvoorbeeld als hij/zij zich gedraagt op een manier waardoor het vertrouwen in de rechtspraak ernstig wordt geschaad. De wet bepaalt in welke gevallen een rechter kan worden ontslagen of kan worden geschorst. Het zijn open normen. Zie voetnoot 2 met betrekking tot de omstreden tuchtkamer in Polen. Het is het feitelijk toepassen van open normen die de feitelijke situatie formaliseert. En dat is deels afhankelijk van de persoonlijkheid en normen van een rechter zelf.
Conclusie:
De burger heeft in Nederland nagenoeg geen invloed op de rechterlijke macht. De Raad van de rechtspraak bestaat voor een belangrijk deel uit de uitvoerende macht en na inwerking treding van de gewijzigde wet over de samenstelling van de Hoge Raad is ook hier het democratisch gehalte nog verder beperkt.Spiegel: In hoeverre wijkt de situatie in Nederland af van de situatie in Polen? In beide landen is de benoeming van rechters in belangrijke mate in handen van de overheid. Schorsing en ontslag van rechters zijn ook in Nederland gebaseerd op open normen.
- C.Constitioneel hof ontbreekt. Toetsing aan Grondwet onmogelijk.
Een constitutioneel hof kijkt naar de grondwettelijkheid van wetten of andere wetskrachtige normen en verdragen. Nederland heeft geen constitioneel hof en art. 120 van de Nederlandse Grondwet verbiedt rechters om de wet te toetsen aan de Grondwet. De rechter mag ook niet onderzoeken of een wet of verdrag volgens de Grondwet tot stand is gekomen.
De Grondwet heeft tot doel de burger te beschermen tegen de wil van een toevallige meerderheid. Art. 120 van de Grondwet beperkt echter die bescherming van de burgers. Rechters mogen bijvoorbeeld niet toetsen aan art. 1 van de Grondwet het verbod van discriminatie. Aan verdragen kan wel getoetst worden (Art. 94 Grondwet). Nederlandse wetgeving is niet van toepassing als zij in strijd is met internationale verdragen. Nederland is daardoor volledig gebonden aan uitspraken van het Europese Hof. Of we het nu leuk vinden of niet. Dit is een ernstige uitholling van de democratie in Nederland.
Onze Grondwet heeft slechts morele betekenis. Ondertussen heeft de overheid meer taken gekregen en houdt het parlement zich steeds mindere met wetgeving bezig. Wetgeving wordt steeds vager. De lagere overheden en andere bestuursorganen krijgen steeds meer ruimte om wetgeving naar eigen inzicht uit te voeren. De aandacht voor kwaliteit van wetgeving wordt steeds minder waardoor ook steeds meer burgers wegens gebreken in de wetgeving naar de rechter toestappen. De rechter heeft daardoor steeds meer ruimte gekregen bij de uitvoering van zijn taken. Hoe vager de normen hoe belangrijker de rol van de rechter. Rechters zijn echter niet democratisch gekozen.
Door deze veranderingen is het argument tegen constitutionele toetsing door de rechter dat de toetsing aan de Grondwet voorbehouden moet blijven aan het democratisch gekozen parlement minder houdbaar. - (rechterlijk en wetgevend) systeem faalt regelmatig.
In de toeslagenaffaire heeft het huidige systeem aangetoond dat het argument dat aan invoering van een wet uitvoerige overweging van de regering, het parlement en meestal ook de Raad van State voorafgaat voorkomt dat in strijd gehandeld wordt met Grondwet niet altijd opgaat. Het systeem faalt regelmatig. Een constitutioneel Hof dwingt het parlement en overheid tot betere wetgeving. Zoals geschreven de wetgeving wordt steeds vager waardoor de rechter steeds vaker op de stoel van de wetgever gaat zitten. Aan het interpreteren van de Grondwet is het maken van politieke keuzes verbonden. Ook aan het benoemingenbeleid zitten dan politieke keuzes verbonden. Het gevolg van die toegenomen politieke invloed van de rechterlijke macht (zie ook Raad van State) is dat het gezag van de rechter als onafhankelijke arbiter in gevaar komt.
Conclusie:
Een constitutioneel hof verscherpt de bescherming van de mensenrechten en dwingt een parlement tot het toetsen aan de Grondwet als zij gebruik maakt van haar wetgevende macht. Politieke inmenging met betrekking tot de fundamentele rechten van de mens wordt beperkt door een constutioneel hof en de afschaffing van art. 120 van de Nederlandse Grondwet. De Nederlandse rechtstaat wordt versterkt.
- D.Constitutionele hoven
Landen met een consitutoneel hof zijn bijvoorbeeld: Duitsland, Frankrik, Italië, Polen, Oostenrijk, Spanje, Roemenië en Suriname
Polen: Poolse rechters die worden afgewezen voor het Hooggerechtshof kunnen die afwijzing laten toetsen door een Europees gerecht, ook als de nationale Grondwet of het Constitutioneel Hof elk beroep uitsluit. Dat heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie op 2 maart 2021 bepaald. De Raad voor de Rechtspraak in Polen beoordeelt sollicitaties niet politiek onafhankelijk. Het Poolse Constitutioneel Hof bepaalde op 14 juli 2021 dat de voorlopige maatregelen die het Hof van Justitie van de Europese Unie uitvaardigde om de onafhankelijkheid van de Poolse rechterlijke macht te beschermen, onverenigbaar zijn met de Poolse grondwet. Het Constitutioneel Hof stelt hiermee de Poolse wetgeving boven die van de EU.
Duitsland: Op 5 mei 2020 heeft het Constitutioneel Hof in Duitsland bepaald dat “Zo lang we niet in een Europese staat leven, hangt het (EU-)lidmaatschap van een land af van zijn eigen grondwet”. Sinds de stichting van de Unie is dit het kernprobleem: het EU-hof veronderstelt de autonomie en de absolute voorrang van het Europees recht, maar de grondwet en de verdragen vereisen nadrukkelijk een differentiëring. De EU is namelijk geen ‘bondsstaat’ (…), maar een supranationale organisatie. Het overdragen van soevereiniteit is voorbehouden aan het volk (rechtstreeks of via het parlement) en niet aan de regering. De regering heeft dat mandaat niet.
Frankrijk: Bij het Franse Conseil d’Etat speelt iets dergelijk als bij het Duitse Grondwettelijk Hof in Karlsruhe.
Nederland: Sterk afwijkend. De combinatie van art. 120 en 94 van de Nederlandse Grondwet betekent dat Nederland altijd volledig is gebonden aan uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De uitvoerende macht heeft aanzienlijk invloed op de samenstelling van de rechterlijke macht.
- E. OM en Raad van State.
De rol van de Raad van State en het Openbaar Ministerie en de Raad van State zijn voortdurend onderwerp van debat. De kritiek richt zich er hoofdzakelijk op dat het Openbaar Ministerie beïnvloed zou kunnen worden door de uitvoerende macht. De Raad van State, als rechtsprekende instantie, heeft ook de bevoegdheden om het wetgevingsproces te beïnvloeden door middel van het uitbrengen van adviezen. Deze dubbele bevoegdheid doorkruist de drie zuilen gedachten van de democratie.
- Het is het Openbaar Ministerie die verdachten van een strafbaar feit vervolgt. Echter het Openbaar Ministerie valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en Veiligheid. Ook hier dus die doorkruising van de democratische die zuilen gedachten. De minister geeft in grote lijnen aan hoe het Openbaar Ministerie moet werken. Dat geeft de minister, die tot de uitvoerende macht behoort, indirect invloed op de rechtsprekende macht. Ook heeft de minister de mogelijkheid om in individuele gevallen aanwijzingen te geven. Deze aanwijzingen kunnen politiek gemotiveerd zijn. [ix]
Conclusie:
Minister kan in grote lijnen en in individuele zaken aanwijzingen geven over vervolging door de staande magistratuur.
[i] De oorspronkelijke verdeling, voorgesteld door John Locke, is die in wetgevende, uitvoerende en federatieve macht, waarvan de laatste de landsverdediging beoogt.
[ii] Deze verdeling gaat terug op het werk van de Franse verlichtingsfilosoof Charles de Montesquieu, die met deze staatsinrichting een alternatief formuleerde voor het Franse absolutisme.
[iii] Het parlement kiest de regering.
[iv] Verdragen etc.
[v] Een correctiemechanisme zou mooi zijn. Bijvoorbeeld de rechter is 10 jaar rechter en dan 5 jaar doet de rechter iets anders en dan weer is zij, hij of het weer 10 jaar rechter.
[vi] Beter dus een districtenstelsel. Dit zorgt voor meer transparantie. Is de bevolking het er niet mee eens dan kiezen ze de andere partij(en) en de regio’s komen meer tot hun recht dan Den Haag alleen.
[vii] In Polen bestond een tuchtkamer waarvan de rechters benoemd werden door de regering. Deze rechters konden uit hun functie worden gezet, overgeplaatst of aangeklaagd worden. Onder druk van de Europese Unie is dit tuchtcollege geschrapt. Volgens de vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans was het in strijd met de scheiding der machten – een van de pijler van de democratie. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de Poolse tuchtkamer tegen Europees recht was. Maar Warschau stelt dat Pools recht prevaleert. Overigens ook andere Europese landen stellen zich op dat standpunt. Overigens is het benoemen door de regering van de LSR niet volledig zuiver vanuit het perspectief van de scheiding der machten omdat zij op indirecte wijze invloed kan uitoefenen op wie rechter wordt en wie niet.
[viii] Dit is een vorm van niet bindende coöptatie. Die niet voor niets bij de meeste RVC’s of RVT’s is afgeschaft.
[ix] De zaak-Julio Poch: betreft de rechtsvervolging van de Argentijns-Nederlandse voormalige piloot Julio Alberto Poch die sinds september 2009 vastzat op verdenking van betrokkenheid bij de “dodenvluchten”, die tijdens de Argentijnse militaire dictatuur uitgevoerd om politieke tegenstanders uit de weg te ruimen. Op 29 november 2017 kreeg de zaak een (voorlopig) einde met de vrijspraak voor Poch, na acht jaar voorarrest. Voor zover ik weet is niet duidelijk geworden of de toenmalige minister van justitie Dr. E.M.H. Hirsch Ballin een rol speelden. De zaak Wilders: Niet dus. We weten inmiddels hoe onwaar dit is. Het is een ontluisterend beeld. Er is sprake geweest van reeksen overleggen en afstemmingen, reeksen (pogingen) tot beïnvloeding, over waarvoor Wilders exact vervolgd moest worden, hoe hij moest worden aangepakt, hoe moest worden geanticipeerd op verweren van de verdediging. Topambtenaren, die van het OM een harde aanpak eisten van de 'kwaadaardige' Wilders, rechtstreekse ingrepen door de minister in persberichten, overleggen die geheim moesten blijven, meedenken met de processtrategie - mee procederen, dus. (Bron RTL nieuws30 juni 2020 03:13)